Deze champignons hebben hun naam te danken aan het feit dat in Parijs de ideale compost werd samengesteld waar deze champignons zich het best op ontwikkelen. Hierdoor kan hij gemakkelijk gekweekt worden. Daar deze gekweekte champignons niet echt een seizoen hebben, zijn ze ook het hele jaar door te koop. Er zijn twee kleuren Parijse champignons: witte en bruine. De witte champignons zijn de meest voorkomende en gekende in onze warenhuizen, markten en keukens, en dus de meest gegeten paddenstoel ter wereld. Parijse champignons hebben een zachte, kruidige smaak en zijn een culinaire duizendpoot: ze passen in ontelbare gerechten. Ze kunnen zowel warm als koud worden opgediend: Parijse champignons zijn dan ook de enige champignons die rauw kunnen opgegeten worden. Je kunt ze vullen of bakken, ze passen bij vis, vlees en gevogelte, je kunt er soep van maken, …
Bij de aankoop van Parijse champignons moet je er goed op letten of de hoed van de champignon nog dicht is en dat ze stevig en vlezig zijn, en mooi wit en droog.