Galanga of laos is een plant waarvan de wortel wordt gebruikt als specerij. Hij is verwant aan de gember, maar heeft een milder, verfijnder smaak dan de gember en ruikt naar citrus en pijnbomen. Galanga, dat veel gebruikt wordt in de Thaise keuken, wordt ook wel eens Thaise gember genoemd. De wortelstok is vaak roodbruin van buiten en gelig tot lichtbruin van binnen. Wordt onder andere toegepast in bouillons, soepen, curry’s, groenten en stoofgerechten (van vlees, vis en gevogelte). Men vindt ze onder de volgende vormen: vers, gedroogd, ingemaakt en in poeder. De smaak van verse laos-wortel, gedroogde wortel of laospoeder is natuurlijk niet identiek, dus dit kan smaakverschillen opleveren. En daarom gebruikt men voor deze soep het liefst verse galangawortel. Plakjes gedroogde galangawortel eerst een half uurtje laten weken in een beetje heet water voor gebruik (dit is niet nodig voor gerechten die lang gestoofd of gekookt worden). 4 cm verse galanga = 2 cm gedroogde galanga = 1 tl galangapoeder (of laospoeder): men kan eventueel, als het niet anders kan, het vervangen door verse gemberwortel of poeder.