A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
P
Paella
Paella is een bekend gerecht uit de Spaanse keuken. De basisingrediënten zijn rijst, olijfolie en saffraan. Daarnaast kunnen nog vele andere uiteenlopende ingrediënten toegevoegd worden zoals kip, mosselen, garnalen en allerlei soorten groenten. Dit alles wordt in een paellapan klaargemaakt: een brede halfhoge pan met twee oren.
Paksoi
Chinese koolsoort waarvan de witte bladstengels worden gebruikt in gerechten.
Palette
Plat schouderbeen.
Panachée
Van gemengde kleur en smaak, bij pudding, ijs,enz.
Panade
Bindmiddel voor quenelles en farces.
Pandoro
Pandoro is een typisch Italiaans kerstbrood, de Veronese variant op Panettone . Pandoro, wat ‘gouden brood’ betekent, wordt met vanillesuiker of bloemsuiker bestrooid, maar bevat geen sukade, rozijnen of vruchten, zoals de panettone.
Paneerei
Los, maar niet schuimig geklopt ei of eiwit, vermengd met 1 eetlepel melk of water per ei.
Paner
zie ‘Paneren’.
Paneren
Het voor de bereiding (bakken, frituren of roosteren) omhullen van een gerecht of voedingsmiddel met paneermeel of broodkruim. Door het paneermeel wentelen of bestrooien.
Panettone
Panettone is een typisch Italiaans kerstbrood (de tegenhanger van ons kerstbrood/kerststol): het is een soort goudgeel rond zoet brood, gevuld met sukade, rozijnen en gesuikerde vruchten en al eeuwen het traditionele kerstgebak van Milano. De smaak ligt tussen een cake en krentenbrood.
Panna cotta
Gekookte room. Dessert gemaakt van van room en melk.
Panzanella
Toscaanse boerensalade met brood van de vorige dag, tomaat, ui, selderij, komkommer, knoflook en basilicum met een vinaigrette.
Panzarotti
Kleine Italiaanse pasteitjes.
Papad
Dunne Indiase wafels gemaakt van linzen, aardappels, garnalen, rijst…. De wafels worden gefrituurd of geroosterd en worden opgediend als hapje vooraf.
Papillote
Of papillot. Gerechten in aluminiumfolie of vetvrij papier bereid en geserveerd. Het gerecht wordt volledig omsloten tijdens het garen en pas geopend als het opgediend wordt zodat alle aroma’s (aan tafel) vrijkomen.
Parer
zie ‘Pareren’.
Pareren
- Het wegsnijden, vooral bij wild en gevogelte, van vliezen, pezen, zenen en andere niet-eetbare bestanddelen. Het afsnijdel noemt men ‘Parures’.
- Het betekent ook het klaar maken van een stuk om verder te versnijden.
Parfait
Oorspronkelijk een ijskoud tussengerecht op basis van warm opgeklopte eierdooiers met een suiker en opgeslagen room, daarna bevroren. Een parfait is een ijsgerecht dat veel room bevat en daardoor zeer zacht en smeuïg is. U kunt het goed in plakken snijden en zo opdienen met wat vruchten of een vruchtencoulis.
Parisiennelepel
Lepel waar een klein lepeltje aan voorzien is, om bolletjes uit fruit of groenten te snijden.
Parsemer
Bestrooien; uitstrooien.
Parures
Wat weggesneden wordt bij het pareren (het afsnijdsel). Dit afsnijdsel wordt meestal niet weggegooid, maar gebruikt om bouillon van te maken.
Pascaliseren
Pascaliseren is een nieuwe conserveringsmethode, waarbij verpakte voedingsmiddelen zoals vlees, vis, groente en fruit onder zeer hoge druk worden gezet, zodat bacteriën en schimmels geen kans krijgen. Pascaliseren is dus een nieuwkomer in het rijtje van ‘bewaringsmethodes’. Zo kennen we al pasteuriseren (kortstondig verhitten), steriliseren (langdurig verhitten) en toevoegen van conserveringsmiddelen. Voorstanders van ‘pascaliseren’ wijzen erop dat deze methode de smaak of vitaminewaarde niet beïnvloedt, iets wat niet van alle methodes gezegd kan worden.
Pasilla
Dit is een soort peper met een zwarte kleur en een diepe rokerige koffiesmaak.
Passer
zie ‘Passeren’.
Passeren
heeft tot doel vloeibare en halfvloeibare producten te ontdoen van vaste bestanddelen. Passeren is het filtreren door een zeef (filter): hoe fijner de zeef, hoe gladder en/of helderder het gewenste resultaat. Er zijn verschillende soorten zeven: bolzeef/passeerzeef/bouillonzeef (grof), puntzeef (grof), passeerdoek – etamine (fijn), haarzeef (zeer fijn). Voorbeelden van producten die gepasseerd kunnen worden: bouillons door een bol- of puntzeef om bouquet marmite en bouquet garni te verwijderen, bouillons door een bolzeef en passeerdoek om te clarifïeren, fonds door een bol- of puntzeef om beenderen te verwijderen, vruchtencoulis door een haarzeef om pitten te verwijderen, enz.
Passoire
zeef
Pasta
Italiaanse verzamelnaam voor deegwaren; spaghetti, macaroni enz.
Pâte
- Deeg, beslag.
- Pastei, bijv. Paté de foie gras = ganzeleverpastei.
Pâte à frire
Dun beslag, frituurdeeg, voor bollen, beignets, uiringen, fritures, enz.
Pâte à rèpère
Gemengd eiwit en bloem om te hechten.
Pâté de foie
Leverpâté
Pâté de foie gras
Ganzeleverpâté (lever van vetgemeste ganzen).
Pastei
Korst van feuilleteedeeg of piedeeg gevuld met een ragoût.
Pastèque
Watermeloen (meloen d’eau).
Pasteuriseren
Pasteuriseren is een proces in de voedselindustrie waarbij schadelijke bacteriën in aan bederf onderhevige voedselproducten worden vernietigd door het voedselproduct kortstondig te verhitten tot een temperatuur tussen de 80 en 85ºC , zonder het product te beschadigen. Hierbij worden eventuele ziektekiemen en schadelijke bacteriën gedood, maar niet de sporen van bacteriën, daarvoor moet je het voedsel steriliseren. Maar het voordeel van pasteuriseren is dat het de smaak van het voedsel (bijna) niet aantast. Het pasteuriseren van voedsel wordt meestal toegepast bij zuivelproducten. Melk wordt gepasteuriseerd zodat bacteriën die al in de melk zaten toen het net uit de koe kwam, gedood worden. Maar het wordt ook gedaan om een binding tussen eigeel en/of een stabilisator tot stand te brengen.
Pâtisson
Een soort courgette, meestal vrij klein. Tulbandkalebas.
Paupiette
Rolletjes, bijv. Paupiette de véau. (Poppetje).
Pavé
Meestal een koud gerecht bv. vismousse, pastei in de vorm van een rechthoek of een vierkant gedresseerd op het bord. Kan ook voor plakjes vis of vlees in die vorm.
Paysanne
Groenten in gelijke ruitjes of driehoekjes snijden.
Peler
Pellen, de schil verwijderen.
Pellen
De schil verwijderen.
Pelures
Schillen en pellen welke nog bruikbaar zijn bijv. pelures, de truffes, de champignons.
Pepita`s
Dit zijn groene pompoenzaadjes. Ze worden gebruikt om Mexicaanse moles (dikke sauzen) te binden, maar geroosterd kunnen ze ook zo gegeten worden.
Persillade
Een mengsel van fijngehakte kruiden en broodkruim of paneermeel.
Persiller
met peterselie bestrooien.
Pesto
Pesto is een Italiaanse saus bereid van basilicum, knoflook, pijnboompitten, parmezaanse kaas en olijfolie. De saus is lekker bij pasta of op een geroosterd broodje als aperitiefhapje.
Petitfour
Algemene benaming voor verschillende taartjes die zo gelijk zijn dat ze in één hap gegeten kunnen worden.
Pétrir
Kneden, bewerken\(v. deeg), met de hand.
Piccata
kalfsoestertje (uit de Italiaanse keuken).
Pie
Engelse pastei. Pie dish (spreek uit paj disj) Engelse pasteischotel.
Pilafrijst
Rijst die eerst gebakken wordt en daarna pas gaar gekookt. Er worden ook veel kruiden aan toegevoegd.
Pincer
Kleuren van vlees of botten in de oven.
Pintobonen
Deze bonen lijken veel op kidneybonen en ze hebben een roodbruine kleur. Ze hebben een zeer volle smaak.
Pig’s trotters
Engels voor varkenspootjes.
Pignoli
Nootje van een conifeer uit Italië, Spanje en Z-Frankrijk.
Pijlinktvis
De pijlinktvis is een weekdier met een kleine kop en 10 vangarmen. Het grootste deel van het achterlichaam bestaat uit driehoekige vinnen. De eetbare gedeelten zijn de armen en het lijf, waarin een zakje met eetbare inkt zit. Pijlinktvissen zijn geschikt om te koken, bakken, grillen of stomen. Ze zijn ook lekker gefrituurd met wat beslag of bij pasta die gekleurd is met de zwarte inkt van het dier.
Pikeren
Zie ‘larderen’, alleen worden hierbij dunne reepjes vet spek gebruikt.
Pilav
Bereidingswijze van rijst waarbij de rijst eerst in olie wordt gebakken en dan gaar gekookt in water, al dan niet verrijkt met allerlei ingrediënten.
Piler
Fijnstampen (amandelen, corail van kreeft, kaviaar, vlees, vis, kruiden, enz ..Pilon. Stamper, mortierbal, Champignon met kleine m-bal. Ook onderste van de poot van een vogel.
Pincée
Vingergreep (je).
Pinceren
Frans: pincer.
- Aanfruiten van vlees, verse beenderen en karkassen, groenten, kip, soms te bestrooien met bloem. In de Franse keuken toegepast om de bouillon licht kleur te geven, zodra de grondstoffen met water a.d. kook worden gebracht.
- Het moment waarop jus of fonds van een gebraad zich vastzet op de bodem van pan of kastrol.
- Het vastknijpen van deeg aan de rand van een pastei of pie dish, om de inhoud af te sluiten, of het knijpen van een randje als versiering rondom een gebak. Pince. Knijper, deegknijper.
Pindakaas
Pindakaas of pindaboter is een pasta gemaakt van pinda’s. Deze pasta is al eeuwen een geliefd ingrediënt in de Afrikaanse en Indonesische keuken. Het product bevat veel eiwitten en vetten. Het is ook een rijke bron van B-vitamines.
Piperade
Specialiteit uit Baskenland, die bestaat uit paprika’s en tomaten, vermengd met uien en knoflook.
Piqueren
Frans: Piquer. Bezetten met korte lardons van spek, ham,tong, truffel, enz. Larderen van fricandeau, dikke lende, lever. Beprikken van het deeg (met een vork) op de, bodem van een vorm, om blazen te voorkomen.
Pistou
Provençaalse soep van diverse groenten met knoflook en vermicelli.
Pita
Pita is een traditioneel gerecht uit het Midden-Oosten. Het bestaat uit een plat, wit en rond broodje dat verwarmd wordt, doormidden gesneden en gevuld met een mengsel van kikkererwten en geraspte rauwkost. Andere vullingen zijn ook mogelijk. Het broodje wordt gegeten met een knoflooksausje.
Pizza
De pizza is een van de populairste gerechten uit Italië. Het bestaat uit een gebakken bodem van brooddeeg belegd met de meest uiteenlopende ingrediënten zoals gehakt, tomaten, kaas, ansjovis en olijven. Er bestaan zeer vele varianten. Pizza’s worden als voorgerecht of lichte maaltijd geserveerd.
Plate à sauter
Plat braadpannetje met lage, rechtopstaande rand,ook genoemd Platine.
Plate Cote
Platte rib.
Plicheren
Zie ‘Plïsseren’.
Plisseren
Men gebruik het woord “plisseren” om aan te duiden dat ze een tomaat zullen ontvellen. Plisseren is echter een niet te verklaren term. Plisseren zou afgeleid zijn van het Franse werkwoord ‘éplucher’ of pellen, schillen. Men spreekt ook van plicheren.
Plongeren
Frans: Plonger. Dompelen. Plongeren van vis in frituur.
Pluche(s)
Pluksel van kervel,peterselie, dragonblad,munt,bonenkruid enz.
Poblano
Milde peper met een rookachtig smaak. Deze peper wordt meestal gevuld met en geroosterd. Wanneer hij gedroogd is, wordt hij ancho genoemd.
Poche
zak om zachte degen, créme, slagroom, boterroom enz. te spuiten.
Pocher
zie ‘Pocheren’.
Pocheren
Pocheren is het garen van een ingrediënt in een vloeistof die net niet kookt. Door deze lage temperatuur stollen de eiwitten van het product niet waardoor het mals en sappig blijft. De meest eenvoudige methode is de vloeistof aan de kook te brengen en dan het vuur lager te draaien. Het vloeistofoppervlak mag enkel rimpelen, zacht bewegen. Er mogen zich geen bellen of blazen vormen op de bodem van de pan. Deze techniek is vooral geschikt voor kwetsbaar voedsel, zoals eieren, maar ook vis of fruit. Bij hard koken of bakken kunnen deze voedingsmiddelen gemakkelijk uit elkaar vallen.
Poêleren
Poêleren is het garen van grote stukken vlees of heel gevogelte in zijn eigen vocht. Dit gebeurt in een pan met deksel, die in een oven op 140 à 160 graden geplaatst wordt. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een ‘mirepoix’, een mengsel van in dobbelstenen gesneden aromatische groenten en eventueel spek, waarop het vlees geplaatst wordt. Er wordt vervolgens hete geklaarde boter ruimschoots over het vlees uitgegoten. Daarna wordt de pan in de voorverwarmde oven gezet, waarna een langdurig garingsproces in de oven volgt. Regelmatig moet hierbij gearroseerd worden. Na drie vierde van het bereidingsproces wordt het deksel van de pan gehaald en wordt de oventemperatuur ongeveer 25 graden verhoogd. Hierdoor kan het product bruineren.
Poffen
Verhitten met heet vet, boter of olie (maïs, rijst), in hete as of oven (kastanjes, aardappelen, appelen), in droge pan of op een hete plaat (kastanjes, beukenoten).
Pointe
Mespunt, wat op een mespunt liggen kan.
Poissonnier
Kok voor de visgerechten.Vishandelaar.
Poivrade
Bereiding met een pepersaus.
Polenta
Polenta is een dikke pap van maïsmeel die vooral in Italië zeer geliefd is. Het is echter veel groffer van structuur dan de maïsbloem die wij kennen als maïzena. Polenta is vrij neutraal van smaak. Van polenta kan je gebakken koekjes, beignets of kroketjes maken die je als bijgerecht bij vleesgerechten serveert. Met melk kan je er een zoet dessert van maken.
Polpettine
Gehaktballetjes met parmezaanse kaas en kruiden.
Pommes frites
In frituurvet gebakken aardappelstaafjes. Pommes sautées. (Zie bij sauteren).
Porotos Granados
Chileens gerecht van Indiaanse origine. Vooral populair in Zuid-Amerika. Bereid van bonen, paprika, uien, pepers, maïs, pompoen en tomaten.
Portefeuille
Wordt gebruikt bij een gerecht waarin er in lagen wordt gewerkt. Bijvoorbeeld laagjes vlees op elkaar of een gerecht dat meerdere malen is dubbelgevouwen.
Portugaise
A la portugaise betekent dat tomaten een hoofdrol in dit gerecht spelen.
Pot-au-feu
Klapstuk met wortelen, raapjes, kool en prei. Echt volksgerecht.
Potage
Gebonden soep.
Potée
Soep met soepvlees en groenten.
Potiron
Dikke pompoen (oranje-geel).
Poulet reine
Vakterm voor gevleesde jonge braadkip.
Potpourri
Samenstelling van rozijnen, oranjesnippers en bigareaux. Wordt hoofdzakelijk gebruikt bij bakrecepten.
Pousse-café
Pousse-café is de benaming voor een likeur die aan het einde van de maaltijd met koffie geserveerd wordt.
Prakken
Met een vork fijnmaken en door elkaar mengen. pureren Fijnmalen of pletten van meestal gekookt voedsel zoals aardappelen.
Pralin
Bereiding op basis van amandelen of hazelnoten, gemengd met karamel en daarna fijn gestampt.
Pralin-massa
Mengsel van geroosterde amandelen of hazelnoten.
Pralineren
Frans: praliner. Gehakte amandelen, mengen met suiker, dan over gebak strooien (génoises of manqués)” bestuiven met gepasseerde poedersuiker en blond laten glaceren.
Pré-salé
Heeft betrekking op vlees van lammeren en jonge schapen, die geweid hebben op zoute slikken en zilte kustgronden. Het vlees krijgt dan een gekruide zilte smaak, die gewaardeerd wordt. De vakman maakt die smaak echter goed na. Dus kan de naam “pré-salé” altijd voor lamsvlees gebruikt worden.
Préparer
bereiden, voorbereiden.
Primeur(s)
Eerste bloemen, groenten, vruchten, extra gekweekt vóór de gewone tijd.
Printanier
Of Printanière. Tot de lente behorend. Heel vroege voorjaarsgroenten.
Pris
Een snuif, snuifje.
Profiterole
Een profiterole is een klein soesje dat na het bakken gevuld wordt. Hartige profiteroles zijn bijvoorbeeld gevuld met kaas, zoete met pudding, slagroom of ijs.
Puchero
Ook genoemd “Olla” en “Cocido”. Echt Spaans nationaal gerecht. Rundvlees, varkenspoot, varkensoor, gezouten kluif, een “afval” van kip, een halve kip, een goed gekruide chorizo (worst), gele erwten (garbanzos) en kool in snippers. Alles tezamen gaar gemaakt in 5-6 uren.
Pulp
Brij van fijngewreven vruchten, groenten enz.
Purée
doorgestoken groenten afgewerkt met bv aardappelpurree, melk en boter.
Pureren
Aardappelen, groenten of fruit tot een gladde pulp wrijven met behulp van roerzeef of foodprocessor.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Heb je nog een keukentaal of een aanvulling/verbetering van een bestaande keukentaal, stuur ze door en ze worden hier opgenomen!